Het belang van krachttraining voor wielrenners

Verschillende factoren spelen een rol bij de snelheid van wielrenners. zeker een rol. De aërodynamica heeft de laatste jaren in het wielrennen een grote ontwikkeling gekend. De productie van steeds lichter materiaal en de steeds meer aërodynamische houding op de fiets, is zeker voor een groot deel verantwoordelijk voor de spectaculaire verbetering van de snelheid.

Trapomwenteling en trapfrequentie

Wanneer we het aantal afgelegde meters per trapomwenteling en de trapfrequentie per minuut tussen vroeger en nu vergelijken, dan valt iets op. De trapfrequentie is tussen 1945 en nu redelijk constant gebleven (steeds tussen de 100 en 105 omwentelingen per minuut), terwijl het aantal afgelegde meter per omwenteling steeds maar toeneemt (van 7,4 meter in 1942 naar 9,02 meter in 1994).

Boardman kon bij zijn werelduurrecord een beduidend grotere versnelling blijven trappen dan al zijn voorgangers. Hiervoor is natuurlijk behoorlijk wat kracht nodig. Een een bewijs dat kracht een steeds belangrijkere rol gaat spelen in het wielrennen.

Wat is kracht?

Kracht is een algemene term voor een complexe eigenschap. We kunnen immers verschillende soorten kracht onderscheiden.

Een eerste onderscheid kan gemaakt worden tussen algemene- en specifieke kracht. Waar de algemene kracht onafhankelijk is van om het even welke bewegingsvorm in de sport, komt de specifieke kracht tot uiting tijdens de bewegingsvorm van een specifieke sportdiscipline. Waar vroeger voornamelijk de nadruk werd gelegd op algemene kracht, is de laatste jaren krachttraining steeds meer sportspecifiek geworden.

Kracht (algemeen of specifiek) kan verder onderverdeeld worden in:
1. Maximale kracht
2. Snelkracht
3. Duurkracht

Maximale kracht

De maximale kracht is de hoogste last die een spier kan overwinnen bij één willekeurige contractie. Deze maximale kracht is van generlei belang in het wielrennen.

Snelkracht

De snelkracht is de eigenschap van het spier-zenuwsysteem om weerstanden met de hoogst mogelijke contractiesnelheid te overwinnen. Snelkracht is van belang voor alle sportprestaties waar de krachtomwikkeling per tijdseenheid belangrijk is. In het wielrennen is snelkracht dus van belang hij demarrages en sprinten.

Bij de snelkracht wordt vaak ook nog onderscheid gemaakt tussen explosieve kracht en startkracht.

De explosieve kracht wordt vooral gekenmerkt door een zeer snelle stijging van de krachtimpuls gedurende de eerste 150 milliseconden bij relatief hoge lasten (50 % van het maximum)

De startkracht wordt gekenmerkt door een buitengewoon sterke stijging van de krachtimpuls gedurende heel korte bliksemsnelle stoten van minder dan 50 milliseconden.

Duurkracht

De duurkracht is het vermogen om op een relatief hoog percentage van de maximale kracht een prestatie te leveren. Deze kracht is van groot belang voor een wielrenner.

Waardoor wordt de kracht bepaald?
Kracht wordt door verschillende parameters beïnvloed:
1. de spieromvang;
2. de intramusculaire coördinatie;
3. de intermusculaire coördinatie.

De spieromvang

Waar het aantal spiervezels genetisch vast ligt, kan door training het volume van de spiervezels wel toenemen. Bij een verdubbeling van de spiermassa stijgt de kracht met een factor drie.

Bij wielrenners mag de spiermassa zeer zeker niet te veel toenemen omdat op die manier ook het lichaamsgewicht stijgt, wat nadelig is, voornamelijk als er geklommen moet worden. Het is dus voornamelijk via een verbeterde coördinatie dat de wielrenner zijn kracht zal moeten verhogen.

De intramusculaire coördinatie

Elk spier bestaat uit een aantal motorische eenheden (zenuw plus spiervezels die door deze zenuw aangestuurd worden). Wanneer een motorische eenheid geprikkeld wordt, gaan alle spiervezels van die eenheid maximaal contraheren. De gradatie in de totaal geleverde kracht door een spier is afhankelijk van het aantal motorische eenheden die worden aangesproken.

Nu blijkt dat (kracht)getrainden tot 85% van hun motorische eenheden kunnen rekruteren, terwijl ongetrainden slechts 50-60% van hun motorische eenheden kunnen aanspreken.

De intermusculaire coördinatie

Praktisch alle sportbewegingen eisen een moeilijke combinatie van verschillende segmenten en ledematen en van samenwerkende spieren. Tijdens zo’n specifieke beweging moeten alle agonisten tegelijkertijd correct gerekruteerd worden, terwijl de antagonisten perfect ontspannen blijven (of de beweging blijven controleren).

Analytische -en globale training

Om de intermusculaire coördinatie te verbeteren, zijn twee trainingstechnieken complementair: de analytische en de globale training.

Bij de analytische training zal elke spier die betrokken is in de totale beweging apart getraind worden via goed geïsoleerde oefeningen.

Bij de globale training wordt de kinetische ketting in haar geheel getraind via technisch-conforme bewegingen zonder of met speciaal hiervoor gemaakte machines.

Krachttraining op de fiets (zie verder) is de eenvoudigste vorm van dit soort training voor wielrenners.

1 Comment
  1. Reply exhiniant 6 mei 2011 at 22:27

    goede start

Leave a reply

Search